Lezers van NRC kozen de uitdrukking ‘in je kracht zetten’ als hét jeukwoord van 2016. Om tot die keuze te komen hadden ze eerst – onder aanvoering van columniste Japke-d Bouma – blijmoedig door een lange lijst van tenenkrommende woorden en beeldspraken mogen ploeteren.
Op de werkvloer en onder de systeemplafonds van Nederland heerst namelijk een haast onuitroeibaar taalkundig virus: ‘managementspeak’. Dit virus leidt tot een niet-streekgebonden dialect waaraan nauwelijks te ontkomen is voor iedereen die moet overleven in een kantooromgeving.
Aanvliegen en sparren
Ik hoefde het lijstje van Japke-d niet eens te zien om meteen al een hele serie van dat soort woorden te kunnen oplepelen. Als copywriter kom ik ze maar al te vaak tegen, in interviews, in opdrachtomschrijvingen en als basismateriaal voor de gevraagde ‘pakkende teksten’. Het gevolg is inderdaad meestal acute jeuk. Wanneer termen als aanvliegen, sparren, klankborden en synergie over tafel gaan, zet ik mijn innerlijke vertaalmodule al aan. Uit zelfbehoud. Voor mij is het niet zo erg hoor. Ik ben freelancer, ik mag weer weg. Het besmettingsgevaar is niet heel groot. Maar je zal er elke dag in zitten.
Hoe erg is managementspeak dan eigenlijk? Dat ligt eraan. Aan de ene kant heeft het intern gebruik van hetzelfde jargon namelijk een bindende functie: ‘jij en ik horen tot dezelfde groep, wij verstaan elkaar’. Okee, dat kan nog positief zijn. Maar bij veelvuldige blootstelling kan het jeukwoordenvirus zorgen voor ernstige complicaties: totale taalvervaging, omtrekkende bewegingen en communicatievervalsing. Het klinkt allemaal imposant en ter zake kundig, maar het is domweg mistig en omfloersend. Bovendien voel je meteen aan: hier spreekt iemand die niet origineel durft te zijn.
Hou het binnenshuis
Allemaal nog steeds niet catastrofaal, tenzij dit soort taal ook wordt ingezet voor communicatie naar buiten. Naar ontvangers buiten de inner circle van het bedrijf in kwestie. Bijvoorbeeld in teksten op de bedrijfswebsite, in de publieksbrochure, in het jaarverslag, op social media of in personeelsadvertenties. Vandaag las ik bijvoorbeeld op de website van een marketingadviesbureau de ‘key belofte’: Wij denken door het hele kanaal en benutten alle relevante points of persuasion in de shopper journey. Wie práát er zo?
Naar buiten praten alsof je binnenshuis bent, is net zoiets als tegen jezelf mompelen in gezelschap. Je hebt het misschien zelf niet eens door, maar om je heen vragen mensen zich af of alles wel goed gaat.
‘Zo zeggen wij dat hier nou eenmaal’, ‘dat is de term in onze branche’; dat soort argumenten hoor ik vaak als ik de moed heb gehad de aangegeven termen te vertalen naar meer wereldser en directere taal. En tja, dan is de klant soms koning en komen de jeukwoorden gewoon terug in de tekst: ‘[blablabla] is onze passie’, ‘…je durft als teamspeler een echte gamechanger te zijn’, ‘wij zijn professionals met de focus op leveren’, ‘wij creëren duurzaam rendement voor onze stakeholders’. En ik maar krabben.
Doe de test!
Hoe vatbaar ben jij voor jeukjargon? Dat kun je hier onder testen. Noteer eerlijk welke je regelmatig gebruikt en tel ze op. Bekijk daarna je score.
- Kort op de bal spelen
- Passie hebben voor iets
- Klankborden
- Focus
- Sparren
- Transparant
- Borgen
- Iets tegen [iemand] aanhouden
- Iets aanvliegen
- Een stukje [beleving, commitment]
Check je score!
Behoren 1–3 van deze voorbeelden tot je vaste vocabulaire?
Geen paniek, je ben niet erg vatbaar. Blijf wel opletten en ga na of je zelf betere uitdrukkingen kunt verzinnen. Je zult opvallen door helderheid en originaliteit.
Heb je 4-6 keer raak?
Je bent besmet, maar met een beetje jargon-detox kun je nog clean worden. Lees eens een goede roman of maak een praatje met de bakker en de buurvrouw.
Meer dan zes maal gescoord?
Ernstig, maar gelukkig niet dodelijk. Bestel het boek ‘Uitrollen is het nieuwe doorpakken’ van Japke-d Bouma vandaag nog en leer een beetje om jezelf te lachen. Het boekje kost € 12,99 en dat is minder dan de gemiddelde vaccinatie.
Beterschap!